De mooiste momenten in een coachgesprek zijn die waarop een coachee vertelt dat er van binnen iets is verschoven. Onlangs zeiden twee coachees vlak achter elkaar dat ze op hun werk nu eens niet zichzelf veroordeelden dat ze iets niet goed hadden gedaan om zich vervolgens waardeloos te voelen maar dachten: dit is niet mijn probleem, ik laat het bij de ander. Een van hen zei: ‘Het was net alsof er een tovenaar in mijn hoofd aan het werk was want ik dacht: ik ga nu eens niet naar de Man in de Wachttoren om mezelf af te schieten’.  De ander vertelde: ‘Ik zei tegen mezelf: zet de Tovenaar in jezelf eens aan en laat je niet klein krijgen. ‘

Het is niet zo raar dat ze metaforen gebruiken want ik doe graag oefeningen met metaforen zodat de coachee op een andere manier contact kan maken met wat er binnen hem of haar gebeurt en/of mogelijk is.

Toeval of niet, veel van mijn coachees kampen bij aanmelding in meer of mindere mate met een laag zelfbeeld. De kiem is meestal gelegd in hun jeugd, waardoor het hardnekkig is: want jong geleerd is tenslotte oud gedaan. Ze hebben er last van in hun dagelijkse leven en willen er dan ook wat aan doen. In metaforische zin zijn ze op zoek naar een Tovenaar die ervoor zorgt dat ze zich beter over zichzelf gaan voelen.

De Man in de Wachttoren als vaste, ongewenste bewoner in je hoofd is mij niet onbekend. Hierdoor weet ik dat je hem niet zomaar kwijt raakt. Ook de Tovenaar in jezelf kan hem niet in een keer doen verdwijnen. Daar moet je bewust mee aan de slag. Zo kom je er na verloop van tijd achter dat de Man in de Wachttoren geen reële bewoner is in jou. Want wat blijkt meestal: er valt jezelf niets te verwijten en/of je wordt wel degelijk gewaardeerd. De goede bewoners in jou (De Doorzetter, De Zelfzorger etc.) kunnen er vervolgens als een Tovenaar voor zorgen dat de Man in de Wachttoren wordt ontwapend en je steeds beter je eigen wijze zelf kunt zijn.